“Heb je zin om een keer een kop koffie te gaan drinken?” Dat is de voor mij meest gehoorde openingszin van de afgelopen paar weken. De mannen in New York zijn heel wat minder terughoudend dan de Nederlandse mannen.
Ik zat net vijf minuten op een stoel met een boek op schoot te staren naar m’n wasmachine, toen een exotische man met donkere krullen mij aansprak. Met mijn hoofd in Susan Batson’s boek Truth, zat ik bepaald niet op een gesprek te wachten. Al helemaal niet met hem. Zijn naam was Kim zei hij, en hij sprak ook Frans zei hij – alsof die kwaliteit mij gewillig zou moeten maken. Dan was ik wel naar Parijs gegaan.
Hij had me al vaker gezien. Ook hij kon het niet laten een opmerking te maken over mijn knalrode sneakers met bontkraagje. Ik had die in Nederland voor 19.95 bij Van Haren gekocht vlak voordat ik naar de States verhuisde. Sinds mijn aankomst in New York spreken mensen mij op straat en in de metro aan op mijn – blijkbaar nogal Europees uitziende – schoenen. Het zijn voornamelijk mannen. Iemand die net terug kwam uit California wilde per se weten in welke winkel ik ze had gekocht. Hij zou ze ook kopen. Hoewel hij hoogstwaarschijnlijk pure onzin uitkraamde, moet ik toegeven dat de charme van zijn originele openingszin veel beter werkt dan “zullen we een keer koffie gaan drinken?”
Kim vroeg om m’n nummer. Ik zei hem dat ik mijn telefoon niet bij me had – niet waar – en dat ik mijn Amerikaanse nummer nog niet uit mijn hoofd wist – dat is wel waar! Hij verdween naar zijn auto en kwam even later weer naar binnen met zijn naam en nummer op een papiertje gekrabbeld. “Nice to meet you.” Hij hoopte op een kop koffie samen. Ik mompelde iets van “See you” en dook weer in mijn boek. Het papiertje gebruikte ik als boekenlegger. Het boek is inmiddels uit en zijn telefoonnummer zit nog steeds tussen twee bladzijden verstopt.
De machine draaide rondjes. Veel schuim. Ik had er teveel Tide wasmiddel in gedaan. Nog 17 minuten. De wasmachines staan er in een rij naast elkaar: Double load, Triple Load, Maxi Load. Voor een double betaal je 1.75 ofwel 7 quarters, voor een Triple zijn het 12 kwartjes. Voor een Maxi Load moet je 18 kwartjes in de machine mikken, maar dan kun je wel alles tegelijk voor een heel gezin wassen.
“Het water is koud”, riep een vrouw. Ik baalde. Ik had mijn laundry op ‘hot’ willen wassen, vanwege de bed bug invasie in ons huis (in het Nederlands: bed wantsen). Maar er was geen warmwater toevoer naar de machines. Ze zouden het binnen een uur fiksen zei de eigenaresse, maar daar had ik weinig aan. Dus er zat niets anders op dan te wachten tot de machine uitgedraaid was, mijn was in de droger te gooien, en te hopen dat deze hitte de eventuele bed bug eitjes alsnog zou doden.
In Astoria wordt veel Spaans gesproken. Het is de eerste taal in de Laundromat. Een dikke vrouw die me later meedeelde dat ze zesenzestig was, keek me bestuderend aan vanachter haar bril met kapotte glazen en dik grijs montuur. Ze miste een voortand. “You skinny woman”, begon ze. Tja, ik zou mezelf niet skinny willen noemen, maar in vergelijking met haar postuur was het te begrijpen. Ze was nauwelijks verstaanbaar. Ze brabbelde door over haar eetpatroon, haar favoriete eten en haar veel te dikke dochter die aan het jojoën was. Ook toen ik allang mijn aandacht verloren had en naar het tv-scherm staarde dat een of ander afvalprogramma liet zien, gesponsord door Walmart.
Een uur en 15 minuten later stond ik met mijn quasi schone was weer buiten. Dat was mijn eerste keer in de Laundromat. Bij mijn volgende bezoek vraag ik eerst of het water warm is.